Waarom dit voorstel? Thomas haalt twee voorbeelden uit de praktijk aan: “In Aurora (een onderwijsgebouw van de WUR) ontbraken in het PvE werkplekken voor studenten. Toch hebben wij die plekken weten te integreren, zelfs binnen de compacte gebouwopzet. Nu horen we dat deze werkplekken ontzettend populair zijn onder studenten. Dit is voor ons een bevestiging van wat we altijd beogen: Het ontwerp van een gebouw dat écht aansluit bij de behoeften van de gebruikers. Of de tribunetrap. Deze werd jarenlang voorgeschreven bij integrale kindcentra. En dat terwijl de vierkante meters het grootste deel van de dag ongebruikt blijven. Dat is zonde.”
“In het opstellen van een PvE door een projectmanagementbureau zien wij geen meerwaarde. Sterker nog, het is voor hen een verdienmodel.” Thomas pleit daarom voor een andere benadering: “Elke opdrachtgever weet wie de gebruiker is, hoeveel vierkante meters zij nodig hebben en wat het budget is. Zet dát in de markt, want dan spreek je de creativiteit van architecten optimaal aan door ze vanaf het begin mee te laten denken. Pas wanneer architecten aan de slag gaan, blijkt vaak wat er echt nodig is. Wat er in het vooraf opgestelde PvE staat, komt vaak niet overeen met de werkelijke behoeften. Dat kan en moet beter.”
► Lees hier het hele interview: De Architect. Met dank aan Reinoud Schaatsbergen en Merel Pit.