Over de streep gehaald door Dirk Roosenburg
Voor een man van juist het bouwen is de overstap naar een architectenbureau niet bepaald vanzelfsprekend. Arie: “Dat ging ook niet vanzelf. Ik werd gebeld door een headhunter of ik interesse had om bij LIAG bouwadviseur te worden, maar sloeg het aanbod in eerste instantie af. Er volgde later toch een gesprek en nog steeds liep ik er niet echt warm voor. Tot ik Dirk Roosenburg, destijds partner van LIAG, sprak. ‘Bij ons zit je direct aan tafel met de opdrachtgevers, de gebruikers,’ zei hij. Dat waren niet de minste: de Raad van Bestuur van Shell, de top van Philips, hogescholen. Toen dacht ik, hee, dat is best interessant. Het klopte ook. Later schoof ik aan bij opdrachtgevers als het Prinses Máxima Centrum, Excelsior Rotterdam, Rijksvastgoedbedrijf en Wageningen University & Research.”
De kracht van de dialoog
De overstap was wennen voor Arie. “Ik moest in de huid van opdrachtgever, architect en aannemer kruipen. Goede communicatie en onderlinge afstemming zijn daarbij essentieel. Wanneer je van de ander weet waar het echt om draait, dan kun je meedenken. Wanneer je van de ander zijn of haar belang (ook) kent, dan kun je samen op zoek gaan naar de win/win-situatie. Neem de architect en de aannemer. Het zijn van oudsher twee verschillende bloedgroepen, die elkaar met de nodige argwaan bezien. Onterecht. Met een dialoog bereik je zoveel meer. Je leert elkaars taal te spreken en je begrijpt het uitgangspunt van de ander beter. Zo ontstaat de bereidheid om samen iets op ‘de beste’ manier te realiseren.”